Riding high in April, shot down in May 
                             

Het doet mij deugd dat de wens waarmee ik vorig jaar eindigde, de ontmaskering, is uitgekomen. De mist opgetrokken, de mondmaskers in de prullenbak geworpen en de uitgestippelde wandelroutes in de speelzaal uitgegumd. De maatregelen behoorde eindelijk tot de verleden tijd. Enkel het handpompje bij de ingang van D’n Drempel deed nog terugdenken aan de grimmige tijden van weleer. Ondanks het feit dat het gelaat van je tegenstander weer zichtbaar was, kon het dit seizoen zo zijn dat je tegen een tegenstander uitkwam die je toch niet direct had herkend. Zoals in de lengte de vogeltjes al kwetterend van zich laten horen zo kwam ook menig schaker achter de geraniums vandaan. We mochten dit seizoen maar liefst zeven nieuwe leden verwelkomen.

Voor wie niet direct ‘The Magnificent Seven’ voor de geest kan halen zal ik hun namen de revue laten passeren.
In willekeurige volgorde: Yoshi Martodihardjo-Bink, Eric Bolier, Daan van Ommen, Michael Bastieri, Wim den Ouden,  Mitchel Lesselink, en Kasper Kuijpers.
Een criticaster zou het bezwaar kunnen opperen dat laatstgenoemden, Mitchel en Kasper, geen actieve leden waren en dat dit niet zo ‘Magnificent’ is. Dit kan ik niet tegenspreken, maar ik nam vast een voorschot op komend seizoen waar ze hopelijk wel actief zullen spelen en zekers en vast ook ‘Magnificent’ zullen zijn.

Zonder maatregelen en met een aantal zeer ambitieuze nieuwe spelers was een geslaagd schaakseizoen  al bijna een voldongen feit. Als vanouds vlogen Jan, Cees en Wiek elkaar weer sportief in de haren om te bepalen wie zich dit seizoen de kampioen mocht noemen. Jan gooide hoge ogen tot het moment dat het lot hem wel zeer ongunstig gestemd was. Hij verloor achtereenvolgens niet één, noch twee, maar zelfs drie partijen. Zijn kans op de eerste plaats leek bekeken. Met tranen nader dan het lachen probeerde Jan zich te herpakken. De eindrangschikking bleef tot en met de laatste ronde  spannend al was het al wel langer duidelijk wie zich in de top drie zouden bevinden.

Minstens zo spannend, of in mijn ogen misschien wel spannender, was het aanstormend talent wat vocht voor de hoogste positie in de subtop, ofwel plaats vier tot en met zes. Afwisselend stonden Nikki en Yoshi op positie vier, op de voet gevolgd door Maikel, Roland en Tamara. De eindstand was lange tijd alles behalve voorspelbaar. Ongeacht, de voorspelling dat Jan, Wiek en Cees hun borst komend seizoen nat mogen maken omdat hun positie geen zekere meer is lijkt me niets minder dan wijze raad die ik in ieder geval ter harte zal nemen.

Los van en belangrijker dan al dit schaakgeweld is de uitmuntende en gemoedelijke sfeer die Staunton altijd kenmerkt. Na de partijen, en soms ook storend tijdens, werd er gezellig gekletst, wat gedronken en geanalyseerd. Dit alles tezamen maakte dit seizoen weer tot een topseizoen als vanouds.

Toch is en was niet alles rozengeur en maneschijn. Een aantal leden kregen het fysiek zwaar te verduren. Daniel brak zijn been en Eric zijn arm. Maikel Merkies verwondde zijn hand en ikzelf ging flink door mijn rug. Ook Tamara en Martijn hebben het een tijdje rustig aan moeten doen.  Gelukkig gaat het met alle hierboven genoemden weer veel beter tot goed.

Tot overmaat staat het apenvirus te kloppen op de deur en vangen we in de verte al weer glimpen  van Corona op. Sommigen van ons keken al angstvallig naar de vuilnisbak waar ze net hun mondkapjes in hadden geworpen en anderen checkte hun telefoon om te zien of hun QR code nog geldig was. Ach, ondanks de dreigende onheil komt het ook nu allemaal vast weer goed en zal ook komend seizoen weer een mooi seizoen worden. That’s life – Frank Sinatra (1966)

Namens het bestuur,
Jan Hendrikx

Jaarverslag schaakseizoen 2021-2022